Intelligentie en gevoeligheid, verschillende facetten die begrepen moeten worden
- Wetswinkel Redactie
- 29 okt
- 4 minuten om te lezen

Luc Pauwels
De mensheid wordt gekenmerkt door een fascinerende cognitieve en emotionele diversiteit. Onder deze diversiteit bevinden zich mensen die worden omschreven als neuro-atypisch (ook: neuroAtypisch), met een hoog intellectueel potentieel of een laag emotioneel potentieel. Hoewel dit onderscheid vaak verkeerd begrepen en voorgesteld wordt, biedt het een rijkdom aan perspectieven en vaardigheden. Laten we deze concepten, hun kenmerken, uitdagingen en unieke bijdragen aan onze samenleving even diepgaand bekijken.
Begaafde kinderen
Tijdens de Middeleeuwen en de Renaissance worden vroegrijpe kinderen vaak puer senex (‘oude kinderen’) genoemd en naar kloosters gestuurd om een geavanceerde opleiding te krijgen. Hun vermogen om snel te begrijpen en te leren maakt hen van onschatbare waarde voor de geleerden van die tijd. Pas in 1905 komt er een belangrijke verandering, met de invoering van het intelligentiequotiënt (IQ).
Alfred Binet (1857-1911) en Théodore Simon (1873-1961) ontwikkelen de eerste intelligentietest om kinderen te identificeren die specifieke hulp nodig hadden. Vier decennia later introduceert de Baskisch neuropsychiater Dr. Julian de Ajuriaguerra (1911-1993) de term ‘begaafd kind’. Hij gebruikt dit neologisme om een kind te beschrijven met superieure capaciteiten, duidelijk boven het gemiddelde van kinderen van zijn of haar leeftijd. In 1980 verscheen de term Hoog Intellectueel Potentieel (HIP), gebruikt door Amerikaanse onderzoekers en psychologen om mensen met bovengemiddelde intellectuele capaciteiten te beschrijven, d.w.z. een IQ boven de 130.

Yolande Pagelot (°1958)
Enkele jaren later wordt de theorie beschreven door o.m. Yolande Pagelot, een neurowetenschappelijke mastercoach en docent aan het Franse Institut des neurosciences appliquées.
Het jaar 1990 markeert het begin van studies naar het begrip Hoog Emotioneel Potentieel (HPE). Dat wordt kort daarna populair gemaakt door de Amerikaanse psycholoog Daniel Goleman. Die introduceert het concept emotionele intelligentie, dat nauw verbonden is met HPE. Onderzoekers Kazimierz Dabrowski en Elaine Aron dragen ook bij aan het begrip van HEP door de emotionele gevoeligheid en ontwikkeling van individuen te onderzoeken.
De zebra's
De term ‘zebra’ wordt in 2008 bedacht door psychologe Jeanne Siaud-Facchin, vanwege de volgende kenmerken:
- singulariteit en originaliteit: net als zebra's is elke HIP en HEP uniek. De strepen van de zebra zijn verschillend voor elk individu en symboliseren de diversiteit en originaliteit van elke hoogbegaafde persoon;
- discretie en onzichtbaarheid: zebra's kunnen met hun strepen opgaan in de Afrikaanse savanne en onzichtbaar worden voor roofdieren. Op dezelfde manier kunnen HIP's en HEP's onopgemerkt blijven in de maatschappij. Ze verbergen vaak hun vermogen om zich aan te passen en vermijden de aandacht te trekken;
- enigma en schoonheid: de zebra, een fascinerend en mysterieus dier, vertegenwoordigt ook de raadselachtige en vaak onbegrepen kant van hoogbegaafden.

Jeanne Siaud-Facchin (°1957)
De strepen van de zebra zijn een prachtige metafoor voor de complexiteit en diepgang van deze mensen. In een zorgzame omgeving, onder toezicht van gezondheidsprofessionals, zijn de capaciteiten van HPI-HPE een kracht. De term 'zebra' is door het grote publiek overgenomen in het dagelijks taalgebruik en het eerste tijdschrift over neuroatypie verschijnt in 2024 onder de titel Zèbres et cie.
Normodenkers
In de wereld van de neurowetenschappen is verwarring schering en inslag. Neurotypen mogen niet worden verward met neurologische ontwikkelingsstoornissen. De termen 'neurotypisch' en 'neuroAtypisch' worden gebruikt om verschillen in de neurologische functie van de hersenen te beschrijven. Neurotypisch verwijst naar personen waarvan het neurologisch functioneren als standaard of typisch wordt beschouwd. Die vertegenwoordigen 90% van de bevolking. Neurotypische mensen staan ook bekend als 'normodenkers' omdat zij degenen zijn die de verschillende normen van de samenleving bepalen (onderwijs, richtlijnen, enz.).
NeuroAtypisch verwijst naar personen waarvan het neurologisch functioneren afwijkt van wat als standaard wordt beschouwd. NeuroAtypische mensen kunnen unieke manieren van denken, leren, communiceren en waarnemen hebben. Dit is het geval bij HIP’s en HEP’s. Hun hersenen activeren meer gebieden tegelijkertijd, dankzij krachtigere en snellere neuronale verbindingen.
NeuroAtypische mensen hebben een IQ van meer dan 130. NeuroAtypisch zijn is geenszins een handicap maar een kracht, een kracht waaraan men moet wennen en die men moet leren gebruiken. Neurologische ontwikkelingsstoornissen treffen de hele bevolking, maar neuroAtypische mensen hebben er verhoudingsgewijs vaker last van. Ze kunnen in verschillende vormen worden waargenomen, zoals ADHD ofte Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Bij ADHD denken we aan drukke, impulsieve kinderen en aan volwassenen bij wie die onrust zich meer in het hoofd afspeelt dan in druk gedrag.
De dys-familie
We bedoelen dyslexie (leerstoornis), dysorthografie (lees- en spellingsproblemen), dyscalculie (rekenproblemen), dyspraxie (stoornis van het motorische systeem), dysfasie (taalontwikkelingsstoornis), dysgrafie (schrijfstoornis).
Deze stoornissen kunnen een aanzienlijke impact hebben op het dagelijks leven en vereisen vaak gespecialiseerde interventies om mensen te helpen zich aan te passen. Elke stoornis heeft zijn eigen kenmerken en uitdagingen, maar met de juiste ondersteuning kunnen de betrokkenen een bevredigend leven leiden. Als je jezelf of je kinderen wil laten testen, is het belangrijk om op zoek te gaan naar gekwalificeerde neurowetenschappers die een globale test voor hoogbegaafdheid uitvoeren.
Het is erg nuttig om te kijken naar alle bijzonderheden, zoals hoog potentieel, maar ook naar de mogelijke stoornissen die de bijzonderheid van hoog intellectueel en/of emotioneel potentieel kunnen maskeren. Er is altijd hoop. En méér dan dat.
Hoe kijkt het recht?
Het recht kent de begrippen cognitief en emotioneel potentieel niet. Laat staan dat het onderscheid zou maken tussen persoon met een hoog en laag potentieel. Het recht kent in deze enkel het begrip bekwaamheid. Vanaf achttien jaar is een persoon meerderjarig en wordt die geacht bekwaam te zijn. Dit betekent dat deze persoon zelf kan handelen, zelf beslist en beschikt over zijn rechten en plichten.
Elke persoon, ook een minderjarige, beschikt in sé over dezelfde rechten en plichten. De minderjarige mag ze echter (meestal) niet zelf aanwenden en gebruiken. Zijn ouders zullen dat doen. Toch maakt het recht ook voor meerderjarigen soms uitzonderingen. Indien de rechter beslist dat een volwassen persoon om reden van gezondheid - mentaal, fysiek of verstandelijk - niet (meer) in staat is zelfstandig te handelen, zal deze een bewindvoerder aanstellen.


